a.s.r. kent geen loonkloof tussen mannen en vrouwen bij a.s.r. Dat blijkt uit de jaarlijkse Gender Pay Gap analyse die dit jaar voor het eerst werd uitgevoerd voor de combinatie a.s.r. en Aegon Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat a.s.r. aanzienlijk beter presteert dan het gemiddelde Nederlandse bedrijfsleven, waar de loonkloof in 2022 nog 6,9% was.
Gendergelijkheid is al jaren een belangrijk onderwerp bij a.s.r. Om te monitoren of het beleid ook in de praktijk goed uitpakt, voert a.s.r. jaarlijks een Gender Pay Gap analyse uit. Hieruit blijkt dat mannen en vrouwen bij a.s.r. gelijk worden beloond bij gelijk werk. Het gecorrigeerde loonverschil van 0% tussen mannen en vrouwen blijft met de integratie van Aegon NL-medewerkers onveranderd.
De komende jaren wil a.s.r. verder inzetten op een meer evenredige verdeling van mannen en vrouwen in het bedrijf. Om genderdiversiteit verder te bevorderen is de samenstelling van gesprekspartners in sollicitatieprocedures divers, volgend leidinggevenden trainingen waarin zij leren hoe zij onbewuste vooroordelen kunnen herkennen en welke technieken er zijn om deze uit te sluiten. Daarnaast werkt a.s.r. samen met diverse organisaties, zoals Talent naar de Top, Women In Financial Services (WIFS), InTouch Female Leadership en het Agora Network om de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt verder te verbeteren.
Jolanda Sappelli, CHRO bij a.s.r.: ‘Er is bij a.s.r. geen loonkloof tussen vrouwen en mannen. En het gaat goed met vrouwen in de top. In onze Raad van Commissarissen is 43% vrouw en in onze Management Board is 50% vrouw. Op het gebied van genderdiversiteit in alle lagen van de organisatie zijn we echter nog niet waar we willen zijn. Wel is onze gelijke beloning een mooie basis om verder te werken aan een meer genderdivers personeelsbestand. We zien dat onze maatregelen effectief zijn en we op de goede weg zitten, bijvoorbeeld omdat het aandeel vrouwen dat instroomt in management-functies, de afgelopen jaren gestaag toeneemt. We monitoren deze ontwikkelingen continu en nemen aanvullende maatregelen als dat nodig is.’